G.7 Derk Olden Ampsen
Gedoopt: 5-3-1758 Lochem
Beroep: Brouwer (zie opmerking)
Opmerkingen:
Derk en Hester bezaten het brouwhuis en een logement in Lochem:
Het brouwhuis:
Derk erfde een brouwerij van zijn vader Berent. Ook wel het brouwhuis genoemd: Hendrik Jan Ebbekinck verkocht op 22 januari 1759 zijn huis, hof en brouwschuur aan Berent Oldenampsen. Op de Kadastrale kaart van 1832 is het terrein te zien: De nummers 146 (huis en schuur) en 145 (tuin), in totaal 7 are 40 ca, vormden samen het brouwhuis van Ebbekinck. De familie Oldenampsen zal het brouwgebeuren langdurig in bezit houden. Nadat Berent in 1784 was overleden zette zoon Derk, gehuwd met Hester Nijman, het bedrijf voort. Helaas stierf Derk reeds op jonge leeftijd (42 jaar) waardoor zijn weduwe zich genoodzaakt zag de brouwerij voor haar rekening voort te zetten. Het moet een doorzetter zijn geweest want zij bleef het ondernemersvak trouw. In 1806 zien we haar optreden als logementhoudster en in 1829 vernemen we, met nog steeds Hester aan het roer, dat hier sociëteit De Eendracht werd opgericht. Tot 1840 werden hier ook de bijeenkomsten van dit gezelschap gehouden.
Logement Lochem
Naast de brouwerij bezat Hester ook nog een logement, op de hoek van de Spaarbanksteeg en de Achterstraat in Lochem.
De toenmalige voorzitter van de Lochemse sociëteit 'de Eendracht' de heer Ph. R. Hugenholz sprak tijdens de viering op 4 maart 1955 een tafelrede uit, waarin hij melding maakt van de eigenares Hester Nijman weduwe van Derk Oudenampsen.
Daar, op de hoek van de Spaarbanksteeg en de Achterstraat, (...) . . . daar mijne Heren, is 29 December 1829 de Sociëteit De Eendracht opgericht! Daar woonde toen de weduwe Oudenampsen, geb. Hester Nijman, (geb. 14 nov. 1755) die er met haar zoon een logement exploiteerde. Wij huurden er een lokaal voor f 125,— ‘s jaars, waaronder begrepen vuur voor de kachel en warm water voor de pons! De zoon van de weduwe kreeg voor de bediening f 50,— per jaar, onder bepaling, dat hij moest zorgen iedere avond heet water te hebben voor de pons (2) en dat hij zich stiptelijk zou hebben te onthouden van roken tot 10 uur ‘s avonds. Bij ieder verzuim moest hij 50 cent betalen aan de thesaurier (3).(...)
Bron: www.hglochem.nl.
Opmerking:
Opmerkelijk dat zij weduwe Oudenampsen wordt genoemd, terwijl ze eigenlijk Oldenampsen heette, maar dat komt vaker voor in de familie. Het is niet bekend welke van de drie zonen hierboven genoemd wordt. Gerhardus Bernardus is als kind overleden, dus blijven Garrit Bernardus en Jan Tijman over. Met meest waarschijnlijk lijkt Jan Tijman te zijn, hij erft later het terrein van de Brouwerij.