'Dansen op de deel' bleek redding voor varkenshouderij

17-10-1995 00:00

LAREN - Een dansstudio in de rimboe? Waar begint een mens aan. Dat kreeg Jannie Oudenampsen (45) (M.12~) vaak te horen. Vier jaar geleden zette de boerin uit het Gelderse Laren toch haar plannen door. Aan de rand van het bos, waar eens de koeien op de deel stonden in haar boerderij, kwam Sjàto, afkorting voor Studio Jannie Top.

Het werd een succes. Ruim tweehonderd vrouwen, in de leeftijd van vier tot tachtig jaar, volgen inmiddels lessen bij de boerin. “We geven kinder-en jazzballet, bewegingsleer voor ouderen, conditietraining, aerobics”, somt Oudenampsen de verschillende dansen bij Sjàto op. Per week is ze daarmee twintig uur zoet.

De opbrengst uit de studio van de danslerares is nu een vaste inkomstenbron waarvan ook de minder goed draaiende varkenshouderij profiteert. Dat was destijds precies de bedoeling van de nieuwe onderneming.

Rond 1985 realiseerden Henk en Jannie Oudenampsen zich dat hun varkenshouderij in moeilijkheden dreigde te komen. Uitbreiding van de 130 zeugen en tien hectaren grond zat er niet in, onder meer door strengere overheidsregels. Het risico werd te groot dat de inkomsten uit het boerenbedrijf flink zouden teruglopen. “We moesten er wat bij gaan doen, anders redden we het niet”, vertelt Oudenampsen.

Toch was de gedachte aan een 'tweede' bedrijf niet gebruikelijk. Zeker niet onder collega-boeren. “De gemiddelde boer schaamt zich als hij het niet kan redden”, vertelt Henk Oudenampsen. Het echtpaar hoorde verhalen van boeren die door een dreigende ondergang van de boerderij de moed opgaven en zelfmoord pleegden. Het boerenechtpaar weigerde bij de pakken te gaan neerzitten. “We schamen ons niet”, zeggen ze nadrukkelijk.

Wel bliezen ze een interview af waarin alleen de sores rond de varkenshouderij centraal zouden staan. “Niet nog een sensationeel huilverhaal over boeren”, schudt Oudenampsen haar hoofd. “Al is er nog zoveel verdriet, je kunt er altijd iets positiefs uithalen”, is haar vaste overtuiging. “Maar geen risico nemen, niks proberen is ook een keuze.”

De boerin had nooit gedroomd dat Sjàto een tweede carrière zou worden. Na een tweede kind in 1975 hield de boerin op met haar deeltijdbaan als medisch laborante. Ze wijdde zich volledig aan het gezin en de varkenshouderij.

Vanaf haar veertiende stond Oudenampsen op de planken. “Klassiek ballet, toneel en muziek waren toen nog gewoon een hobby. Nadat ik was gestopt met werken, gaf ik hier en daar nog weleens jazzballet in een plaatselijk café.” Intussen groeiden de kinderen op waardoor de boerin meer tijd kreeg en de lessen zich begonnen uit breiden.

Vier jaar geleden durfde het echtpaar Oudenampsen de sprong te wagen. Met weinig geld en met hulp van vrienden begon de verbouwing van de deel. Aan het eind van het oprijpad naar de boerderij plaatste Oudenampsen een groot bord met Sjàto.

De inrichting van de dansstudio, die grenst aan het woongedeelte, is professioneel. Eén wand in de studio bestaat geheel uit spiegels. De andere wanden en de dansvloer zijn zwart-rood gekleurd. Achter een gordijn liggen body-balls en slides, de nieuwste attributen voor aerobics en steps.

Serie foto's van uitvoeringen en aangeprikte recensies prijken aan de muur. Eenmaal per twee jaar, vertelt Oudenampsen, voert de dansstudio met alle leden een grote musical op. Het verhaal, de muziekteksten en de choreografie komen ook uit de koker van de boerin. “Ik ben nu bezig voor een volgende musical. Als me iets te binnen schiet, schrijf ik het op een klein papiertje en stop het in een doosje.”

Bezig zijn met dans, gedichten en teksten is een persoonlijke uitlaatklep, legt Oudenampsen uit. “Ik doe niks zomaar, alles moet wel betekenis hebben.” Zo schrijft ze desgevraagd teksten voor feesten en begrafenissen.

Hetzelfde geldt voor de danslessen. Al is het zakelijk succes van de studio belangrijk, de boerin wil meer dan gewoon dansuurtjes afdraaien. “De leden moeten iets meekrijgen behalve een vermoeid lichaam.”

Ze noemt een voorbeeld. “Ik wil verborgen talenten uit kinderen halen.” Dat betekent dat Oudenampsen dansenderwijs de kinderen zelfvertrouwen leert. Soms door zelf gekke poses voor te doen en ze te laten zien dat fouten maken niet erg is. “Een kind moet zelfvertrouwen krijgen om te durven dansen.”

Voor vrouwen uit omliggende dorpen als Borculo, Almen, Harsen en Markelo is de studio ook een ontmoetingspunt geworden. Een gezellige omgang met elkaar staat voorop in de lessen. “De prestatie komt dan vanzelf.”

Oudenampsen wil dat Sjàto die sociale functie blijft houden en niet een ultra moderne fitness-ruimte wordt. Ze wijst op de kleine kantine, die aan de dansvloer grenst. “Daar komt”, zegt ze veelbetekenend, “veel over tafel.” Want na de lessen wordt steevast nog even wat gedronken.

Om bij te blijven gaat ze geregeld naar een fysiotherapeut voor bijscholing over nieuwe dansbewegingen en attributen. “Je kan wel op elke trend inspringen, maar je moet goed weten waar je mee bezig bent.”

Voorlopig is een extra uitbreiding van de dansstudio niet nodig. “Op dit moment wonen er nog twee kinderen thuis en die komen op de eerste plaats, daarin ben ik heel ouderwets.”


Bron: Trouw,
Door: ANNETTE KARIMI

Terug

Nieuws

<< 34 | 35 | 36 | 37 | 38 >>

© 2019 Gert Oudenampsen

Mogelijk gemaakt door Webnode