Hendrik Oldenampsen (L.50) politieman en verzetsman
09-07-1946 20:00
Hendrik Oldenampsen (L.50) politieman en verzetsman.
Zijn verzetswerk word beschreven in het boek: 'Handhaven onder de nieuwe orde: de politieke geschiedenis van de Rotterdamse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog', Auteur F.A.M. van Riet , Uitgave: Instituut voor Cultuur en Geschiedenis (ICG), Jaar: 2008, Hoofdstuk 12: Verzet en verzetsbestrijding in Rotterdam. Hieronder het deel waar hij in voorkomt:
Na afloop van tijd kwamen ze in de verzetsgroep van politieman H. Oldenampsen terecht. Deze groep bestond geheel uit politiemensen. Zij werden klaar gemaakt om na de bevrijding het korps mee te helpen zuiveren. Maar toen de bevrijding daar was, werden ze alleen ingeschakeld voor het ophalen van een aantal foute politiemensen. Uit een door Oldenampsen op 6 juni 1946 opgemaakte lijst blijkt dat de Politiestoottroep uit vijftig leden bestond. Hiervan deden er 26 dienst aan een bureau in de derde afdeling, waaronder de bureaus Boezemsingel, Bergsingel, Hoflaan en Straatweg, terwijl 24 leden van de stoottroep bij de Motorbrigade dienden. Van het totale aantal waren elf leden, waaronder Van de Kamp, in mei 1940 als gedemobiliseerd militair bij de politie aangesteld. Oldenampsen was zelf op 30 mei 1939 bij de politie gekomen en vanaf 15 mei 1940 werkzaam aan het bureau Boezemsingel. Het merendeel van de Politiestoottroep had werkzaamheden verricht voor diverse illegale organisaties. Uit enkele, door Oldenampsen na de bezetting opgemaakte rapportjes, is op te maken waaruit deze erkzaamheden bestonden. Dit is waarschijnlijk het enige materiaal dat bewaard is gebleven. Het eerste rapportje dateert van 30 januari 1946. Hoewel het is opgemaakt ten gunste van een vrouw, die niet bij de politie werkzaam was, valt eruit op te maken waarmee Oldenampsen zich tijdens de bezetting onder andere heeft beziggehouden.
Oldenampsen maakte gebruik van verschillende (vervalste) persoonsbewijzen:
Onder de naam ‘simon’ was Oldenampsen werkzaam voor het blad Trouw, de KP en de LO. Zijn verzetsactiviteiten bestonden uit hulp bieden aan onderduikers, het vervaardigden van falsificaties, zoals Ausweise en persoonsbewijzen, 70 het begeleiden van wapentransporten vanaf droppingsterreinen, medewerking aan de overval op de Aussenstelle op 22 december 1944 en het verspreiden van illegale lectuur. Waarschijnlijk had hij ook iets te maken met een zogenaamde ‘pilotenlijn’. Hij had in ieder geval contact met de Belgische verzetsbeweging ‘Witte Brigade’, want na de bevrijding werd hij benoemd tot erelid van de Witte Brigade Fidelio en kreeg daarnaast het Belgische oorlogskruis. De vrouw voor wie Oldenampsen het rapportje had opgemaakt kende hij sinds augustus 1941. Hij had haar leren kennen als uiterst betrouwbaar en voor het illegaal werk was het een zeer geschikt persoon. Oldenampsen had zeer veel aan haar te danken. Bij elk dreigend gevaar voor huiszoeking verhuisde al het bezwarend materiaal variërend van pistolen, munitie, handgranaten, valse Ausweise tot complete series Duitse dienststempels en de hele administratie naar het adres van de vrouw in de Klein Coolstraat. Tevens verspreidde zij een aantal exemplaren van De Vrije Pers en Trouw voor Oldenampsen. Bij de laatste arrestatiepoging van de sd op 1 maart 1945, had de vrouw kans gezien om, ondanks het feit dat het pand Harddraverstraat 9b door de Orpo was afgezet, diverse aardevolle voorwerpen voor Oldenampsen te redden. Nadien had het pand enkele weken als correspondentieadres gediend. De bezetter zat Oldenampsen dus op de hielen, waardoor hij moest onderduiken. Hij werd één dag na de inval, samen met de eveneens bij de Politiestoottroep aangesloten en ondergedoken, L. Bataille, ontslagen. Volgens Oldenampsen had Bataille gedurende de bezetting actief deelgenomen aan de verspreiding van de illegale bladen Trouw, Het Parool en De Vrije Pers. Hij was medewerker van de lo en verzorgde en transporteerde een groot aantal onderduikers. Oorspronkelijk werkte hij individueel, maar omstreeks eind 1943 ging hij in groepsverband werken. Bataille was tevens lid van de verzetsgroep ‘André’ en van de politie KP.
Naast persoonsbewijzen werden ook belangrijke (transport) documenten vervalst.
Zijn woning aan de Harddraverstraat 9b was één van de vaste postadressen van Trouw en gedurende 1944 werd hierin onderdak verleend aan de verzetsman B.D. van Duin, alias ‘Dries’, destijds provinciaal leider van Trouw Zuid-Holland. Door de arrestatie van politieman C. van den Broek werden zijn illegale werkzaamheden eind februari 1945 bekend en moest hij op last van de BdO gearresteerd worden. In zijn verklaring komt wederom de naam van Van den Broek voor. De mogelijkheid bestaat dat hij onder zware druk inlichtingen aan de bezetter verschaft, waarna zowel Bataille als Oldenampsen moesten onderduiken.